-
Antwoorden: 1. Het hart.
1 Zuurstofopname vindt plaats via de kleine bloedsomloop. Deze loopt van het hart naar de longen en weer terug naar het hart. Ondertussen neemt het bloed verse zuurstof mee.
2 Veel lichaamsbeweging, letten op gezonde voeding (zoals het vermijden van vet eten), niet roken.
3 De sinusknoop.
4 Ja, dat kan. Veel mensen denken dat wanneer iemand nog ademhaalt, er geen hartstilstand is. Dat is dus een onjuiste gedachte.
5 Dat er veel mensen de techniek van het reanimeren beheersen.
6 Hartpatiënten krijgen vaak bloedverdunners, bloeddrukverlagers, cholesterolverlagers en vochtafdrijvers.
7 AED betekent: Automatische Externe Defibrillator. Het zorgt in combinatie met de juiste handelingen eromheen voor 50 - 70% meer levens na een hartstilstand.
8 Niet sporten is slechter voor het hart.
Antwoorden: 2. De bloedvaten.
1 De kleine bloedsomloop begint in de rechterkamer.
2 Het bloed gaat dan rechtstreeks naar de longen.
3 Er wordt koolstofdioxide afgevoerd en zuurstof opgenomen.
4 Het bloed komt met de verse zuurstof in de linkerboezem aan.
5 De grote bloedsomloop start in de linkerkamer.
6 Straaljagerpiloten dragen een zogenaamde G-broek. Deze zorgt voor een betere verdeling van het bloed in de romp.
7 De hoge bloeddruk hoort bij het samenknijpen van de hartspier, de onderdruk bij de ontspanning van de hartspier.
8 Tussen een bovenwaarde van ca. 120 en een onderwaarde van ca. 80.
9 Twee risico's van een langdurige hoge bloeddruk zijn een hartinfarct en een hersenbloeding of beroerte.
10 Deze wordt ook wel aorta genoemd.
11 De binnenwand van de aorta is glad en elastisch.
12 Teveel plak veroorzaakt vaatvernauwingen.
13 Het dichtslibben van bloedvaten wordt ook wel aderverkalking genoemd.
14 Het loslaten van plak heet embolie.
15 Kransslagaders zitten om de hartspier heen. Ze zijn een directe aftakking van de aorta en voorzien de hartspier van zuurstof.
16 De contrastvloeistof wordt met röntgen op de monitor zichtbaar gemaakt. Op deze manier zich de hartchirurg waar de vernauwing zit.
17 Twee van de volgende situaties kunnen een vernauwing veroorzaken: suikerziekte - een hoge bloeddruk - overgewicht.
Antwoorden: 3. Bio Bits Mens en Lichaam 7 Transport.
1 hart / hersenen / darmen
2 het rondbrengen van bouw - en brandstoffen / het afvoeren van afvalstoffen
3 zuurstof en brandstoffen
4 koolstofdioxide en andere afvalstoffen
5 aders
6 uit één boezem en één kamer
7 de boezems
8 hartkleppen
9 de linkerboezem
10 onjuist
11 in haarvaten
12
13 slagaders
14 aders
15 juist
16 juist
17 poortader
18 rode bloedcellen, witte bloedcellen , bloedplaatjes
19 rode bloedcellen
20 witte bloedcellen
21 helpen mee bij de bloedstolling
Antwoorden: 4. Bio Bits. Lymfestelsel.
1 juist
2 dikke (blok)tenen / een putje in de huid dat blijft / geen enkel te zien
3 juist
4 lymfe zuiveren
5 bij het linkersleutelbeen
6 wit
7 onjuist
8 de ziekteverwekkers worden niet onschadelijk gemaakt door de lymfeklieren
9 witte bloedcellen maken
10 door sporten/bewegen / door massage
Terug naar vragen