bioLOGIETCCL

1
Gebruik altijd grafiekpapier; bij voorkeur millimeter papier om je grafiek te tekenen.
2
Geef je grafiek een titel. Iemand die je grafiek bekijkt moet meteen begrijpen wat er in de grafiek wordt weergegeven.
3

Zet op de horizontale as (X-as) de oorzaak (oftewel datgene wat je zelf gevarieerd hebt) en op de verticale as (de Y-as) het gevolg, de afhankelijke (oftewel datgene wat je gemeten hebt).

Voorbeeld 1: In een onderzoek meet je gedurende 24 uur elk uur de temperatuur van de kamer. Op de X-as komt dan de tijd (deze heb je vooraf bepaald), op de Y-as komt dan de temperatuur (deze moest je nog bepalen met je onderzoek).

Voorbeeld 2: Je doet een onderzoek naar de invloed van verschillende zoutconcentraties in het milieu op de hartslagfrequentie van een watervlo. Op de X-as komt dan de zoutconcentratie (je stopt namelijk de watervlo in vooraf bepaalde zoutconcentraties), op de Y-as komt de hartslagfrequentie (deze wil je namelijk onderzoeken en meten).

4

Maak een goede schaalverdeling, het liefst met mooie afgeronde getallen. Gebruik het papier optimaal en probeer de X-as en Y-as ongeveer even lang te maken. Plaats ook niet teveel getallen op de assen, om de grafiek goed leesbaar te houden.

Soms heb je op een as een deel van de schaalverdeling niet nodig. In dat geval kun je gebruik maken van een "scheurlijn", zoals je in de afbeelding rechts kunt zien:

 


5

Vermeld bij beide assen duidelijk de grootheid en eenheid.

Bijvoorbeeld: Temperatuur is grootheid, graden Celsius is dan de eenheid. Tijd is de grootheid, minuten/seconden/uren is dan de eenheid. Concentratie is de grootheid, gram/liter is dan bijvoorbeeld de eenheid. Etc.

6
Teken de meetpunten als duidelijke punten in je assenstelsel. Vaak wordt een kruisje gebruikt, zodat de punten ook zichtbaar blijven na het trekken van de lijn.
7

Teken de lijn van de grafiek. Dit is bij de meeste proeven een vloeiende lijn, waarbij je geen liniaal gebruikt. Als de meetpunten niet mooi op 1 lijn liggen, trek je de meest logische lijn tussen de punten door. (Bij biologie heb je altijd onnauwkeurigheden in de metingen, vandaar dat je nooit honderd procent zeker bent van een meetpunt).

Laat de lijn alleen door het 0,0 punt (de oorsprong) gaan als dat logisch is.